Lees meer
Bekijk
Klik en bekijk onze stadsvisie
Blog
De Europese verkiezingen staan voor de deur! Nog maar 4 weken te gaan en dan is het zover. Op 6 juni gaan we stemmen in Nederland. Maar wat heeft "Brussel” eigenlijk in petto voor onze prachtige grensregio? Met die vraag ben ik, Mart, op pad gegaan naar Kanne, waar Teun Janssen op dit moment verblijft in zijn ouderlijk huis. De prangende vraag “eten ze hier ook vlaai” hoef ik eigenlijk niet eens te stellen, want aan beide zijden van de grens hebben we een traditie van vlaaien. Alleen worden de vlaaien in Kanne gemaakt in de grotten! Vooral de rijstevlaai van Bakkerij Smets is hier beroemd.
Scroll & lees meer
Mart Den Heijer
Met dit fel paarse blog hoop ik vanuit mijn lokale positie meer inzicht te krijgen in die grote, mysterieuze Europese Unie. Zonder twijfel hebben veel Volt-leden een beter begrip van hoe de Europese Unie functioneert dan ik, zoals onze fractievoorzitter, die naast zijn politieke rol ook docent European Union History is aan de Universiteit Maastricht. Toch blijf ik vastzitten op het niveau van "oke, dus wat is eigenlijk het verschil tussen de Europese Raad en de Raad van Europa?" Ik verwacht geen wonderen, maar een diepgaand gesprek met Teun (die jarenlang als expert bij Clingendael de EU uitlegde) gaat ons hopelijk verder helpen... Zo slaan we twee vliegen in één klap: het beter leren kennen van Teun en het dieper begrijpen van de Europese Unie.
Teun, wat leuk dat we elkaar weer spreken. Misschien is het voor de lezers leuk om even te horen hoe wij elkaar kennen?
De eerste keer dat ik je zag was op het terras bij de Gouverneur in Maastricht, toen belandden we meteen een uur lang in een diep gesprek met elkaar. Volgens mij klikte het meteen. We hebben elkaar beter leren kennen tijdens het Volt Europa congress in Boekarest. Ik werkte toen nog voor Clingendael en jij zat toen al in de raad in Maastricht.
Ik probeer onze lezers uit te leggen hoe de EU werkt. Voor velen lijkt dat een onmogelijke taak, maar jij bent er heel enthousiast over. Het was zelfs een tijdje je baan, toch? Vertel eens, waar werkte je en wat had dat te maken met de EU?
Ik rolde op een dag mijn bed uit in Praag (ik werkte tijdens Covid voor een instituut dat aan bewustwording deed over Europese totalitaire geschiedenis) en zag een vacature. Het leek erop dat ik gewoon betaald kon worden om anderen enthousiast te maken over de Europese Unie. Ik kon er dus mijn beroep van maken, en ook nog op een speelse manier; via simulaties, rollenspellen, groepsoefeningen. Naar mijn mening is dat de beste manier om kennis over te brengen op anderen. Dus toen ik de kans kreeg om dat te doen, bij de Clingendael Academy, heb ik geen moment geaarzeld. Blijkbaar was dat gevoel wederzijds. Sindsdien gaf ik trainingen over de Europese Unie.
Aan wie gaf je voornamelijk training?
Ik stond voor groepen ambtenaren en diplomaten uit Nederland, maar ook van over de hele wereld, bijvoorbeeld uit West Afrika, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika. Ik stelde ze altijd de vraag: ‘’wie bel jij als je met Europa wilt spreken’’? Het is treffend dat andere landen ons veel meer als een machtsblok zien dan wijzelf; want zij ervaren de gevolgen van EU beleid dagelijks. Zeker niet altijd positief … Voor de mensen uit de Sahel die ik ontmoette was het antwoord op de vraag hierboven altijd: ‘’Frankrijk, en daar zijn we helemaal klaar mee!’’ En het leuke was, we gingen niet zitten neuzen in wetgevingsboeken, in de theorie. Dat is natuurlijk saai en je leert er eigenlijk niets van. Maar door echt de praktijk in te duiken. Leren door te doen, zo doorgronden we hoe het hele systeem in elkaar zit. Zo heb ik bijvoorbeeld tijdens een training in Ethiopië een soort EU-Afrikaanse Unie top simulatie opgezet, inclusief kritische vragen van journalisten die ze moesten pareren. Het helpt ze na te denken over alternatieve, positieve toekomstbeelden, en ik heb zo ook enorm veel geleerd van hun geschiedenis, belangen en behoeftes.
Voor mij is de lokale politiek het “kleine” Europa en Brussel het “grote Europa”, wat is voor jou het verschil?
Goede vraag! Nou, het kleine Europa is voor mij eigenlijk het Europa dat er bijvoorbeeld voor zorgt dat dialecten in Europa kunnen blijven voortbestaan. Denk aan het Gaelic in Ierland of het Bretons in Bretagne. Maar het gaat ook om de lokale streekdialecten, zoals het Limburgs. Er wordt bijvoorbeeld juist uit de EU financiële steun gegeven om deze dialecten en talen te behouden. Denk ook aan streekproducten, zoals de vlaai uit Limburg, die nu erkend is als cultureel erfgoed in Europa. Of infrastructuur, glasvezel, natuurparken. Wat Brussel voor ons doet komt zo veel dichterbij dan je denkt.
We bevinden ons hier tussen Maastricht en Kanne, in ons grensgebied. Toen je rond je 18e verhuisde naar Groningen, zijn er nog steeds dezelfde uitdagingen in de grensregio die je destijds tegenkwam? Zijn bepaalde zaken nu veel praktischer opgelost, of had je daar vroeger misschien helemaal nog geen oog voor?
Ja, ik denk eerlijk gezegd dat ik daar vroeger niet echt veel aandacht aan besteedde. Voor mij was het eigenlijk heel vanzelfsprekend om na te denken over Nederland, en veel minder over België of Duitsland. Dat is ook wat ik op school heb geleerd, met voornamelijk Nederlandse vrienden en vriendinnen. Dus eigenlijk begin ik nu pas te ontdekken hoe waardevol die verbinding eigenlijk is, en wat we missen door ons daar niet bewust van te zijn. Tijdens Covid woonde ik ook in Kanne, en wandelde ik wel eens perongeluk de grens over op een klein wandelpad. Als ik toen terug wilde via een andere weg, stond er opeens een boomstam op de weg, een bord, of een politieauto. Had ik mijn paspoort niet meegenomen hoor! Dat was zo’n bizarre situatie: het werd heel onhandig en zinloos gehandhaafd. Hier zie je die oude grenspaaltjes uit de 19e eeuw meer als versiering dan als een barrière. Onlangs ben ik naar Luik gaan wandelen, wat natuurlijk een hele dag in beslag neemt. Tijdens die wandeling kwam ik plotseling oude, roestige fabrieksterreinen tegen, met die karakteristieke oude socialistische architectuur en treinrails. Dat was het moment waarop ik me realiseerde hoe groot het verschil eigenlijk is. Het voelde alsof ik ineens veertig jaar terug in de tijd werd geworpen.
Als raadslid in Maastricht heb ik al een aantal concrete initiatieven genomen voor de grensregio en heb ik direct contact gehad met onze Europarlementariër of zijn team. Op dit moment hebben we slechts één zetel in het Europees Parlement, bezet door Damian Boeselager. Het zou fantastisch zijn als Volt meer zetels zou krijgen in het EP. Maar vanuit mijn positie als raadslid vraag ik me af: wat hebben ik en de mensen die op ons stemmen concreet te winnen als jij wordt gekozen?
Als Europarlementariër kun je niet aan alle knoppen draaien. Er zijn een paar dingen waar je wel invloed op hebt. Eén van die dingen is het geld, de subsidiestromen. Je hebt bijvoorbeeld projecten zoals Horizon Europe, dat gaat over investeringen in innovatie en onderzoek. Je hebt cultuurfondsen, steun voor universiteiten en cohesiefondsen die meer over infrastructuur en bruggen gaan.
Prima. Maar laten we dat eens concreet maken voor Maastricht. Wat zou het voordeel zijn voor ons als partij, in vergelijking met bijvoorbeeld GroenLinks? Ik neem aan dat ze vergelijkbare dingen in hun verkiezingsplan hebben staan?
Het draait echt om geld en samenwerking op verschillende niveaus. Als je bijvoorbeeld een programma hebt voor grensoverschrijdende samenwerking om oude industriële regio's nieuw leven in te blazen, om de Einstein telescoop samen te gaan bouwen, of om treinverbindingen te verbeteren tussen gebieden die logischerwijs veel beter kunnen samenwerken, zoals tussen Luik en Maastricht. Dat zijn zaken waar je echt het verschil kunt maken. Dus als je dan dezelfde partij hebt aan beide kanten van de grens, kun je met dezelfde stem politieke impact hebben; tussen beleid en uitvoering, Europees en lokaal. Je ziet dat dat nu al veel beter loopt met Volt in veel grensgemeentes. Stel je voor als we ook in het EP zouden zitten! Dat is iets wat echt uniek is voor Volt. Dat moeten we blijven benadrukken.
Maar hebben wij dan wel dezelfde mate van "macht"? We zijn immers nog niet op alle plaatsen verkozen?
Nou ja, als Volt zijn we een kleine beweging en dat heeft voordelen. We hoeven bijvoorbeeld geen zware compromissen te sluiten met partijen waar we eigenlijk liever niet mee willen samenwerken. En dat wordt extra makkelijk omdat we gezamenlijk over heel Europa, waar we nu in ongeveer 15 landen meedoen aan de Europese parlementsverkiezingen, van tevoren al bij elkaar zijn gekomen en hebben gezegd: "Dit is ons programma. Dit is wat we willen bereiken over de komende vijf jaar." Dat was trouwens het product van een soort burgerparticipatie experiment over meerdere maanden: het beleid is echt een reflectie van de beweging. Dus we hoeven geen water bij de wijn te doen. Onze progressieve ambities zijn echt duidelijk. Veel sterker dan bij GroenLinks. Als je het partijprogramma van GroenLinks bekijkt, vind je natuurlijk wel klimaatdoelstellingen, maar het niveau van detail en de ambitie om deze te bereiken is veel groter bij ons, omdat we vanaf het begin hebben gezegd: "We hebben één Europees programma, één Europees plan, en we gaan dit samen zo realiseren." Het gebrek aan deze benadering bij andere partijen werd ook duidelijk tijdens het debat tussen de Europese lijsttrekkers in Maastricht.
Waarom waren we niet aanwezig als spreker bij het Maastricht debate? Verschillen komen altijd het beste tot hun uiting in een debat.
Ja, dat was best grappig. In het begin werden er drie mensen geïnterviewd op het Vrijthof. Toen vroegen ze op wie ze gingen stemmen en waarom. Eentje stemde op GroenLinks, eentje op D66, en eentje op Volt. Ze zei zelf: ‘’Ik stem op Volt en niets gaat mijn mening veranderen. Maar ze staan hier niet op het podium.’’ Het is natuurlijk een beetje een procedureel trucje. Wij zijn geen zogenaamde Europarty. We hebben niet genoeg parlementsleden, niet uit genoeg landen, om daar te kunnen staan. Maar ik denk dat veel mensen, vooral jongeren, echt Volt groter willen zien worden. En die zien ons niet op het podium staan. Ik denk dat we dus meer zichtbaarheid moeten krijgen, want we zijn wel klein, maar we zijn wel een échte Europese partij. De Limburger interviewde mij achteraf over het debat en toen wij in het filmpje voorbij kwamen, keek de burgemeester met wethouder Frans Bastiaens met een grote glimlach achterom. Die bekendheid zit in Maastricht dus wel goed. Over 5 jaar staan wij daar ook als Volt, dat geloof ik echt!
Even heel wat anders. Wat wordt jouw hoofdfocus als je verkozen wordt?
Drie zaken die voor mij eigenlijk op hetzelfde neerkomen, maar waarvan ik voel dat ze nog niet helemaal leven in Nederland. En dat zie ik als mijn grootste uitdaging om echt aan te pakken. Het gaat eigenlijk om Oekraïne, defensie en toetreding. Nu denk je misschien: waar gaat dat over? Voor mij is het echter één en hetzelfde. De veiligheid van jou en mij begint met het verslaan van Rusland in Oekraïne, met een krachtige Europese defensie en met het bereiken van echte vrede. Maar wat is echte vrede? Dat is dat de landen die nu aan de grenzen van de EU liggen, kunnen toetreden tot de Europese Unie. Op die manier kunnen we weer rust en vrede op ons continent bereiken.
Maar wat houden die hervormingen en toetreding precies in?
Je moet die discussie dichter bij de mensen brengen. Ten eerste op een rustige manier, omdat het gewoon heel lang gaat duren. Dus het is niet zo dat je vandaag zegt: "Oh, we beginnen vandaag met onderhandelen," en dat morgen Oekraïne, of een ander land zoals Moldavië of Montenegro, gelijk lid is. Dat kost gewoon heel veel tijd, daar moeten we eerlijk over zijn. Het duurt geen twee jaar, maar ook geen vijftien jaar. Het zal ergens daartussenin liggen. Elk land dat toetreedt, heeft een impact op de Europese Unie, bijvoorbeeld op de interne markt. Wat er waarschijnlijk gaat gebeuren? Stel je voor dat Oekraïne vandaag toetreedt. Dat is een land met een zeer concurrerende landbouwsector. Dat betekent aan de ene kant dat de voedselprijzen erg laag zullen worden, dat is een feit. Maar Nederlandse boeren zullen waarschijnlijk veel meer moeten concurreren met Oekraïense boeren, en dat zet hun verdienmodel onder druk. Dus daar moet je goed over nadenken. En daar heb je tijd voor, letterlijk jaren. Je moet dus gaan kijken of je de subsidies verhoogt, ook voor Nederlandse boeren. Wil je het landbouwbeleid hervormen en groener maken? Wil je ervoor zorgen dat Nederlandse boeren in Oekraïne kunnen investeren en beleggen? Dat zijn de vragen waar we voor staan. Er zijn veel uitdagingen, maar ook veel oplossingen. En het gaat natuurlijk over nog veel meer dingen dan landbouw. Maar aan het eind van die route ligt een EU met een veel grotere interne markt, een sterke defensie, meer groene energie en grondstoffen voor de groene transitie. Niet makkelijk; maar in 1992 durfden we daar in Maastricht ook voor te gaan! Om te kiezen voor een veilig continent.
En wat maakt dat jij denkt dat je daar oplossingen voor weet te formuleren?
Ik denk dat ik goede voelsprieten heb voor wat er in die landen zelf gebeurt, omdat ik via mijn voormalige werk ook veel training heb gegeven aan de onderhandelaars van die landen, zoals Moldavië, Oekraïne en de Westelijke Balkan. Ik heb veel mensen ontmoet en weet dus goed wat er speelt in die landen zelf. En ik merk dat ze ontzettend veel energie hebben en enorm gemotiveerd zijn om te hervormen. Dat geeft hoop. Je ziet al wat er allemaal gebeurt. Tegelijkertijd ben ik ook diep ingedoken in het dossier van de uitbreiding en ik zie dat ook in de geschiedenis. Dat was bijvoorbeeld hier in Maastricht in 1992 ook het geval. Elke keer als de Europese Unie besluit om uit te breiden, zoals in 1992, gedurende tien tot twaalf jaar tot we dat deden in 2004 met tien landen, geeft dat een enorme impuls voor de Europese Unie om ook te hervormen. Hervormen betekent niet alleen technische zaken, maar ook het oprichten van Europees burgerschap, het opzetten van een gemeenschappelijk buitenlandbeleid, het voltooien van de interne markt, waardoor mensen vrij kunnen reizen en studeren over grenzen heen. Dat biedt een prachtige kans om de Unie veel praktischer te maken voor mensen en beter te laten functioneren.
Mooie en duidelijke ambities. Maar voor hoeveel zetels gaan we in Europa?
Ik denk dat realistisch gezien Volt Europa zes tot acht zetels kan behalen. En het mooie is dus: die komen dan uit verschillende lidstaten! Hopelijk drie in Nederland, maar ik verwacht er eerder twee. Dan nog twee of drie uit Duitsland, en dan nog twee zetels uit andere landen zoals Spanje, Portugal, Slowakije of Cyprus.
In welke fractie wil jij dat we komen?
Nou, heel eerlijk, mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar de Groenen. Om verschillende redenen zijn zij kneiterrprogressief, net als wij. Ze hebben ook een veel fijnere organisatiecultuur, dat hoor ik van mensen die daar hebben gewerkt. Ze zijn veel flexibeler en jonger, wat minder oude politiek betekent, hoewel het er nog steeds is, maar veel minder dan bij andere groepen, zoals de socialisten of de liberalen. En ze staan echt voor democratie, zonder shady deals te sluiten met rechtse partijen. Dat is één. Maar uiteindelijk moeten de leden gewoon beslissen. Dat gaan ze ook doen. Dus wat er straks gaat gebeuren is dat we een aantal Europarlementariërs hebben, hopelijk 6 tot 8. Die komen dan bij elkaar in een team en dat team gaat onderhandelingen voeren met verschillende groepen, zoals de Groenen, de liberalen, enzovoort. Dan gaan we met hen onderhandelen en komen we tot deals. Die leggen we dan gewoon voor aan de leden en dan kunnen we democratisch besluiten welke groep het beste is voor Volt Europa.
Teun. Bedankt voor het prettige interview. Hopelijk hebben mensen je een beetje beter leren kennen. Heb je nog een oproep?
Ja. Stem op 6 juni, Volt! En eet allemaal een stukje vlaai uit de grotten van Kanne.