Lees meer
Bekijk
Klik en bekijk onze stadsvisie
Blog
Sociaal domein
Ik weet nog goed dat ik van mijn opa altijd met mijn verjaardag kaartjes kreeg in compleet grammaticaal correct Mestreechs; een taalkundig kunstwerkje. Maar geen moderne kunst, meer een restant van een andere, oudere wereld, zoals Griekse beeldhouwwerken of de gevels in de binnenstad. Begrijp me niet verkeerd, de gevels en de taal in onze stad zijn nog net zo mooi als ooit. Maar de gevels worden goed onderhouden, door vakmensen die gevelrestauratie tot hun eigen kunst hebben verheven. De taal, daarentegen, wordt wat minder naar omgekeken.
Scroll & lees meer
Ryan Wilmes
Ik kan me ook nog goed herinneren dat we bij mijn opa boven op zolder keken naar dia’s van vakanties in Frankrijk of in de Ardennen. Dat deed hij veel, reizen maken naar het buitenland. Maar zoals dat ging, was het geen reis naar de andere kant van de wereld, vliegen was nog nauwelijks een ding. Het was vooral met de auto en een caravan naar een ander land in Europa. En dat betekent dat je heel snel op een plek was waar Nederlands, Frans of Duits gesproken werd; geen Engels. Die talen sprak hij altijd prima, misschien niet vloeiend, maar goed genoeg. En dat geldt voor een groot deel van de Maastrichtse bevolking die opgegroeid is in de periode vóór het internet. Het is voornamelijk de globalisatie, en de sterke economische en culturele positie van Amerika in de wereld, die het Engels in onze cultuur heeft gevestigd als dé taal.
Een van Volt’s primaire uitdagingen, als pan-Europese partij, zijn taalbarrieres. In Europa kennen we 24 erkende talen. Met de nadruk op erkende talen, want alle honderden varianten van bijvoorbeeld het Limburgs vallen hier niet onder. Voor een Europese beweging, in een gebied waar ongeveer elke 5 kilometer een ander dialect wordt gesproken, is dat een uitdaging. Zo zijn er in Maastricht zelfs subtiele verschillen in het dialect, afhankelijk van de kant van de Maas waar je geboren bent. Maar dan versta je elkaar nog wel, dan spreek je nog niet over de Limburgse betekenis achter de woorden elkaar verstaan, in het Limburgs mekaar verstoan wat elkaar begrijpen betekent. Dat valt soms nog wel tegen in deze diverse stad. Onze fractievoorzitter, Jules Ortjens, heeft hier een eigen verhaal over, die hoor je in de 7de aflevering van onze podcast.
Wat ik met Volt gemerkt heb, is dat we twee compleet uiteenliggende doelgroepen hebben. Jongeren, vooral internationale studenten, en een wat oudere groep. Limburgers van pak en beet 50 jaar en ouder, die middels hun ervaringen zich pijnlijk bewust zijn geworden van de beperkingen van landsgrenzen en de beperkingen van wat ik oude politiek zou noemen. Je zou misschien denken dat Volt voornamelijk opgebouwd is uit de jongere doelgroep, maar die oudere maakt een significant deel uit van de achterban.
De uitdagingen die dit met zich meebrengt, kwamen naar voren in onze eerste open Public Council Meeting, een fractievergadering in Café Forum die toegankelijk was voor iedereen die zin had om langs te komen en thema’s te bespreken die op dat moment actueel waren in de Maastrichtse politiek. Om het open en vrijblijvend te houden voor zowel leden en andere geïnteresseerden, was een aanmelding niet nodig. Maar mede daardoor hadden wij vooraf een oprechte discussie; in welke taal doen we deze vergadering? Wij hebben ervoor gekozen om de vergadering in het Engels te doen, omdat Engels niet valt weg te denken uit de hedendaagse communicatie. Maar naderhand kwamen er terechte opmerkingen, dat het Engels niet voor iedereen even toegankelijk is. En dat snappen we heel goed. De opmerkingen komen voornamelijk vanuit de oudere groep, die Engels niet zo hebben meegekregen in hun jeugd als dat de jongere groep dat heeft. In plaats daarvan begrijpen ze Frans en Duits een stuk beter, talen die stiekem veel relevanter zijn voor onze euregio. De jongere generatie is hier echter een stuk minder bedreven in. Vooral de kennis van de Franse taal is bijna geheel afwezig.
Dat is de uitdaging waar we nu tegenaan lopen; de talen die men spreekt. Wat niets te maken heeft met onwil of onkunde, maar wat een restant is uit een andere periode. Een taalbarrière die weinig te maken heeft met landsgrenzen, maar meer met de tijd is ontstaan. Een grens die we graag ook overstijgen. In ons beleid betekent dit dat we flexibel omgaan met de talen die men spreekt in onze vergaderingen. Is het Engels lastig om te spreken? Dan is er altijd wel iemand die Nederlands, Duits of Frans kan. Een vertaling is zo gebeurd. We begrijpen wel dat dit geen elegante oplossing is, en we zijn continu bezig met nieuwe dingen proberen. Mocht er iemand langskomen die de sleutel heeft tot dit probleem, dan willen we dit graag horen. Tot die tijd doen we ons best. We strijden ervoor om taalonderwijs in de gemeente toegankelijker te maken. Ook taalonderwijs in het Limburgs, die taal speelt een belangrijke rol in onze Euregionale cultuur. In Nederland, maar ook in delen van België en Duitsland.
De wereld is steeds meer verbonden met elkaar, de lijst aan talen die in Maastricht gesproken worden, wordt alsmaar langer. Vandaar dat het belangrijk is dat we actief bezig zijn met het opzoeken van grenzen, opdat we elkaar verstaan in een steeds diverser wordend Maastricht.